
Lust tot poëzie. Gedichten.
Amsterdam: Querido, 1989.
ISBN 90 214 0566 0
Co-editeur: Hans Luijten
Deze bloemlezing weerspiegelt Vondels veelzijdigheid als lyrisch dichter. Naast de meest gelezen gedichten (bijvoorbeeld ‚Het stokske van Johan van Oldenbarneveldt‘ en het ‚Oranje Meilied‘) zijn er ook minder bekende opgenomen. Tot op de dag van vandaag is in deze gedichten Vondels Lust tot poëzie merkbaar.
- Op Amsterdam
- De Kruisberg, aan Magdalena Baeck
- Gebed, uitgestort tot God
- Uitvaart van mijn dochtertje
- Roskam
- Aan de beurs van Amsterdam
- Op het verbranden van het stadhuis van Amsterdam
- Het stokske van Johan van Oldenbarneveldt
- De Beemster
- Oranje Meilied
- Lijkklacht aan het vrouwenkoor
- Op mijn schilderij, toen Govert Flinck mij uitschilderde
PRESSESTIMMEN
De keuze, die werd gemaakt door Hans Luijten en Jan Konst – ik durf te wedden dat het woord ‚luitkonst‘ voor poëzie wel ergens bij Vondel staat – is er een uit de losse, wat korte gedichten en uit de verschillende genres ervan. De nadruk in de keuze ligt op Vondel als verdichter van zijn tijd. / Kees Fens in De Volkskrant, 22. Dezember 1989.

Joost van den Vondel (Wikimedia Commons)
‚En nog ontvonkt mijn hart in lust tot poëzij.‘ Ik las de regels weer eens in het Griffioen-deeltje, Lust tot poëzie, waarin Hans Luijten en Jan Konst een kleine maar haarscherpe selectie maken uit Vondels gedichten. Het ingesleten idee dat Vondels poëzie er niet meer toe zou doen of hoe dan ook ongenietbaar zou zijn, wordt door zo’n mooie keuze weersproken. / Tom van Deel in Trouw, 8. Februar 1990.
De bundel biedt te veel om een kennismaking niet uit de weg te gaan. Konst en Luijten hebben de laatste vijfenveertig bladzijden van hun boek besteed aan een korte levensbeschrijving, een uiterst heldere, vlotte inleiding tot Vondels werk, een verantwoording over de doeltreffende herspelling en per gedicht een verklaring van de inhoud ervan en van sommige nu onbekend geworden woorden. / Tjitte de Vries in Provinciaals Zeeuwse Courant, 3. Februar 1990.