JACOBUS BELLAMY
De Weense vertaling (Ignaz Alberti: 1790-1791) van de lyriek van Jacobus Bellamy (1757-1786).
In: De achttiende eeuw 40 (2008), S. 75-86.
Sondernummer: ‚Ger-Manie‘
BIBLIOTEKA GDANSKA
Nederlandse literatuur 1576-1754 in de Bibliotheka Gdanska.
In: De nieuwe taalgids 88 (1995), S. 137-149.
WILLEM BILDERDIJK
Vadermoord en bloedschande: visies op Oedipus‘ vergrijpen tussen 1600 en 1850.
In: Nederlandse letterkunde 1 (1996), S. 138-155.
JAN TEN BRINK
Jan ten Brink over de nieuwe keizerstad.
In: Iedereen is op weg naar de Brandenburger Tor. Nederlandse en Vlaamse schrijvers over Berlijn. Met een voorwoord van A.F.Th. van der Heijden. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 2009.
CLAAS BRUIN
De schuld is zwaar, de straf rechtmatig: poëtische gerechtigheid in de niet-bijbelse treurspelen van Claas Bruin (1671-1732).
In: De achttiende eeuw 29 (1997), S. 141-153.
GEERTRUIDA CARELSEN
Geertruida Carelsen over het leven in een Berlijns pension.
In: Iedereen is op weg naar de Brandenburger Tor. Nederlandse en Vlaamse schrijvers over Berlijn. Met een voorwoord van A.F.Th. van der Heijden. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 2009.
LOUIS COUPERUS
Het was krankzinnigheid den vuist te ballen tegen het fatum. Noodlotsconcepties bij Louis Couperus, Adriaan Roland Holst en Arthur van Schendel.
In: Internationale neerlandistiek 55 (2017), S. 209-234.
DRAMENLITERATUR IM FRÜHEN 18. JAHRHUNDERT: FORSCHUNGSBERICHT
Nederlands toneel 1600-1730. Het onderzoek van de laatste twintig jaar.
In: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 115 (1999), S. 201-217.
ADRIAAN VAN DER HOOP jr.
Vadermoord en bloedschande: visies op Oedipus‘ vergrijpen tussen 1600 en 1850.
In: Nederlandse letterkunde 1 (1996), S. 138-155.
Waar ik gedwongen word als moordenaar te handelen. Adriaan van der Hoops Hugo en Elvire (1831) en Die Schuld van Adolf Müllner.
In: Nederlandse letterkunde 11 (2006), S. 23-43.
ARNOLD HOUBRAKEN
Arnold Houbraken, De grote schouwburg. Schildersbiografieën. Amsterdam: Querido, 1995. Griffioen-reeks. Co-Editor: Manfred Sellink.
BALTHASAR HUYDECOPER
15 september 1714: François Halma herdenkt in zijn voorbericht voor Rotgans‘ Poëzy diens “donderende en luidruchtige uitspraake” van toneelteksten. Het classicistische toneel van Rotgans en Huydecoper.
In: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (Hauptred.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen: Martinus Nijhoff, 1993, S. 308-313.
Vadermoord en bloedschande: visies op Oedipus‘ vergrijpen tussen 1600 en 1850.
In: Nederlandse letterkunde 1 (1996), S. 138-155.
Vlie ’t geen bespotbaar is: denkbeelden over beeldspraak in de tragedie rond 1700.
In: C. van Eck, M. Spies en T. Streng (red.), Een kwestie van stijl. Opvattingen over stijl in kunst en literatuur. Amsterdam: Historisch Seminarium van de Universiteit van Amsterdam, 1997, S. 97-108. Amsterdamse Historische Reeks, kleine serie, 34.
Om dit treurspel werkzaam en aangenaam in de oogen der aanschouweren te maaken. Theorie en praktijk van de episode in de treurspelen van Lukas Rotgans, Lukas Schermer en Balthasar Huydecoper.
In: neerlandistiek.nl 1 (2001), 01.05, 28 S.
Kapitel VIII – Poetische gerechtigheid. & Kapitel IX – Antropomorfe goden.
In: Fortuna, Fatum en Providentia Dei in de Nederlandse tragedie 1600-1720. Hilversum: Uitgeverij Verloren, 2003, S. 283-317 & S. 318-344.
NIEDERLÄNDISCH-DEUTSCHE KULTURBEZIEHUNGEN
Niederländisch-deutsche Kulturbeziehungen 1600-1830. Göttingen: V & R Unipress, 2009. Berliner Mittelalter- und Frühneuzeitforschung 7. Co-Redakteure: Inger Leemans und Bettina Noak.
Internetbibliothek niederländisch-deutscher historischer Übersetzungsbeziehungen. Co-Redakteure: Bettina Noak und Johanna Bundschuh-van Duikeren.
REZEPTION DER NIEDERLÄNDISCHEN LITERATUR IN POLEN
Nederlandse literatuur 1576-1754 in de Bibliotheka Gdanska.
In: De nieuwe taalgids 88 (1995), S. 137-149.
Niederländische Literatur in Polen bis 1750.
In: Auf den Spuren der Niederländer zwischen Berlin und Warschau. III. Symposium der DNG (Deutsch-Niederländische Gesellschaft) 27.-29. Oktober 1995. Berlin, 1997, S. 98-112.
LUKAS ROTGANS
Woedende wraakghierigheidt en vruchtelooze weeklachten. De hartstochten in de Nederlandse tragedie van de zeventiende eeuw. Assen: Uitgeverij van Gorcum, 1993.
15 september 1714: François Halma herdenkt in zijn voorbericht voor Rotgans‘ Poëzy diens “donderende en luidruchtige uitspraake” van toneelteksten. Het classicistische toneel van Rotgans en Huydecoper.
In: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (Hauptred.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen: Martinus Nijhoff, 1993, S. 308-313.
Om dit treurspel werkzaam en aangenaam in de oogen der aanschouweren te maaken. Theorie en praktijk van de episode in de treurspelen van Lukas Rotgans, Lukas Schermer en Balthasar Huydecoper.
In: neerlandistiek.nl 1 (2001), 01.05, 28 S.
Kapitel VIII – Poetische gerechtigheid. & Kapitel IX – Antropomorfe goden.
In: Fortuna, Fatum en Providentia Dei in de Nederlandse tragedie 1600-1720. Hilversum: Uitgeverij Verloren, 2003, S. 283-317 & S. 318-344.
LUKAS SCHERMER
De toorn der goden: Meleager en Atalante (1710) van Lukas Schermer.
In: Literatuur 15 (1998), S. 8-14.
Om dit treurspel werkzaam en aangenaam in de oogen der aanschouweren te maaken. Theorie en praktijk van de episode in de treurspelen van Lukas Rotgans, Lukas Schermer en Balthasar Huydecoper.
In: neerlandistiek.nl 1 (2001), 01.05, 28 S.
Kapitel VIII – Poetische gerechtigheid. & Kapitel IX – Antropomorfe goden.
In: Fortuna, Fatum en Providentia Dei in de Nederlandse tragedie 1600-1720. Hilversum: Uitgeverij Verloren, 2003, S. 283-317 & S. 318-344.
MICHIEL DE SWAEN
Theorie en praktijk van de hartstochten: het martelaarsdrama Catharina van Michiel de Swaen.
In: Spiegel der letteren 38 (1996), S. 113-134.
VONDELREZEPTION IM 19. JAHRHUNDERT
Tussen Philologie en Kulturvermittlung: Vondelbeschouwing in Duitsland tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw.
In: Matthias Hüning, Jan Konst & Tanja Holzhey (Hrsg.), Neerlandistiek in Europa. Bijdragen tot de geschiedenis van de universitaire neerlandistiek buiten Nederland en Vlaanderen. Münster: Waxmann, 2010, S. 101-130.